Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Verslag van de Directie

Overslag Rotterdamse haven nagenoeg gelijk gebleven in eerste halfjaar 2024

  • Goederenoverslag vrijwel gelijk (-0,3%)

  • Groei containeroverslag zet door (+4,2%)

  • Solide bedrijfsresultaat Havenbedrijf Rotterdam

  • Hoog investeringsniveau Havenbedrijf

  • Aanleg Porthos gestart

De goederenoverslag in de Rotterdamse haven is in het eerste halfjaar van 2024 vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De overslag kwam uit op 220,0 miljoen ton. Dat is 0,3% lager dan in dezelfde periode in 2023 (220,7 miljoen ton). De daling kwam vooral door minder overslag van kolen, ruwe olie en overig nat massagoed. Daarentegen is de overslag van ijzererts en schroot, overig droog massagoed, minerale olieproducten en containers toegenomen. De overslag van containers steeg met 4,2% (in tonnage) en 2,2% (in TEU) als gevolg van toenemende (consumenten)vraag en een vroeg piekseizoen. De investeringen van Havenbedrijf Rotterdam liepen in het eerste halfjaar op schema. Zo is gestart met de bouw van CO₂-transport en -opslagproject Porthos, werd de opdracht gegund voor de bouw van het Prinses Alexiaviaduct en investeerde het Havenbedrijf in het digitaal weerbaarder maken van de Rotterdamse haven.

Boudewijn Siemons, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘Na een periode van economische onzekerheid zien we dat de vraag naar grondstoffen en consumptieproducten begint toe te nemen. Dit heeft geleid tot groei van de containeroverslag in het eerste halfjaar. Of die ontwikkeling ook gaat doorzetten in andere segmenten is mede afhankelijk van het tempo waarmee de Europese industrie aantrekt in de komende maanden. Ondertussen houden wij vast aan onze koers en blijven we investeren en projecten uitvoeren om de energie- en grondstoffentransitie tot een succes te maken en de infrastructuur van het havencomplex verder te verbeteren.’

Economische waardecreatie

Financiën Havenbedrijf Rotterdam

De financiële resultaten van Havenbedrijf Rotterdam waren solide in het eerste halfjaar van 2024. De opbrengsten, voornamelijk uit zeehavengelden en huur- en erfpachtopbrengsten namen toe met € 23,0 miljoen tot € 439,6 miljoen ten opzichte van het eerste halfjaar 2023. De operationele lasten stegen met € 13,3 miljoen naar € 147,9 miljoen. Daarmee steeg het resultaat voor belastingen, rente, afschrijvingen en waardeverminderingen met € 9,7 miljoen tot € 291,7 miljoen. Het nettoresultaat steeg met € 31,7 miljoen tot € 148,2 miljoen. De grotere stijging van het nettoresultaat wordt veroorzaakt door twee posten uit 2023 voor gezamenlijk € 15,3 miljoen, die dit jaar niet terugkeren.

De bruto investeringen in het eerste halfjaar van 2024 bedroegen € 164,4 miljoen, inclusief kapitaalstortingen in deelnemingen (eerste halfjaar 2023: € 135,7 miljoen). De belangrijkste investering in het eerste halfjaar van 2024 is de verbreding van het Yangtzekanaal (€ 15,8 miljoen). Van de kapitaalstortingen heeft € 20,4 miljoen betrekking op Porthos.

Overslag

Droog massagoed

De overslag van droog massagoed is met 2,1% gestegen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere overslag van ijzererts en schroot. Dit segment steeg met 12,6% naar 14,6 miljoen ton als gevolg van hogere staal- en ijzerproductie in Duitsland in het eerste halfjaar. De overslag van kolen is met 2,4 miljoen ton afgenomen (-19,7%) als gevolg van de lage vraag naar energiekolen voor stroomproductie. Zon en wind worden steeds meer ingezet als duurzame bronnen voor de productie van stroom. Ook de overslag van cokeskolen is gedaald, ondanks de stijging in de staalproductie in Duitsland. Doordat er vorig jaar voldoende voorraad is opgebouwd, is de aanvoer in het eerste halfjaar afgenomen. De overslag van agribulk is afgenomen met 1,2 miljoen ton door o.a. lage vraag naar sojabonen als gevolg van het verplaatsen van bepaalde processen naar de Verenigde Staten. Overig droog massagoed (grondstoffen voor verschillende industriële toepassingen en de bouwsector) laat een stijging zien. De overslagcijfers van agribulk (-19,3%) en overig droog massagoed (80,7%) tonen grote afwijkingen ten opzichte van 2023. Door een correctie in 2023 op een foutieve aangifte in het zeehavengeld systeem in 2022, laten deze cijfers een vertekend beeld zien. Zonder de correctie laat agribulk een daling zien van 5,1% en overig droog massagoed een stijging van 20,7%.

Nat massagoed

In het eerste halfjaar is er 3,1% minder nat massagoed overgeslagen. Er werd 5,8% minder ruwe olie overgeslagen als gevolg van onderhoud aan een aantal raffinaderijen in Rotterdam in het eerste kwartaal. Hierdoor kon er minder verwerkt worden en was er minder import nodig. De overslag van minerale olieproducten steeg in het eerste halfjaar met 4,7% naar 28,6 miljoen ton. De overslag van LNG was met 6,0 miljoen ton (0,3%) in het eerste halfjaar vergelijkbaar met vorig jaar. Voor beide segmenten geldt dat er sinds de inval van Rusland in Oekraïne grote voorraden zijn aangelegd om de energiezekerheid op te bouwen. Het segment overig nat massagoed daalde met 7,9%.

Containers en breakbulk

De overslag van containers nam in het eerste halfjaar toe met 4,2% in tonnen tot 67,1 miljoen ton en met 2,2% in TEU tot 6,8 miljoen TEU. In het eerste kwartaal was al een licht herstel van de containeroverslag te zien. Deze trend heeft zich doorgezet in het tweede kwartaal. Dit is een direct gevolg van een stijging in de vraag naar consumptiegoederen. Daarnaast is er sprake van een vervroegd piekseizoen doordat importeurs hun producten eerder dan normaal bestellen vanwege de langere vaartijden en de fluctuerende vaarschema’s. Schepen varen sinds eind 2023, als gevolg van onrust rondom de Rode Zee, niet meer door het Suezkanaal. De containermarkt is zich nog steeds aan het aanpassen aan deze nieuwe situatie. Door de langere vaartijd via Kaap de Goede Hoop zijn er uitdagingen met het vinden van voldoende scheepscapaciteit. Ook hebben wijzigingen in vaarschema’s, een toename van de vraag en slecht weer in Azië gezorgd voor congestie in havens in Azië, het Midden-Oosten en Zuid-Europa. Ondanks dat de congestie in Noordwest-Europa tot nu toe beperkt is, zijn er wel gevolgen voor de operaties in de haven en het achterland. De aankomst van schepen is door de wijzigingen in de schema’s lastiger te plannen. Daarnaast zijn ook de callsizes flink toegenomen sinds het begin van de crisis in de Rode Zee. Hierdoor hebben terminals en achterlandmodaliteiten te maken met piekbelasting, wat leidt tot vertragingen in de afhandeling van de containers.

Het Roll-on Roll-off verkeer (RoRo) is als gevolg van een zwakke Britse economie afgenomen met 4,1% tot 12,8 miljoen ton. Het segment overig stukgoed daalde met 10,5% naar 3,1 miljoen ton. Dit heeft te maken met de containerisatie van stukgoed en het verschuiven van verschillende ladingpakketten naar andere havens.

Maatschappelijke waardecreatie

Energie- en grondstoffentransitie

Er wordt in de haven op dit moment flink gebouwd. De waterstofleiding wordt aangelegd, het CO₂-transport en -opslagproject Porthos wordt gebouwd en op het eerste conversiepark verrijst de 200MW waterstoffabriek van Shell. Op het tweede conversiepark, dat ruimte biedt voor 1 GW elektrolyse, gaat Zeevonk II een elektrolyser bouwen. Dit consortium van Vattenfall en CIP won de tender voor windpark IJmuiden Ver kavel Beta. De waterstofeconomie lijkt nu echt uit de startblokken gekomen. Tegelijkertijd is er ook tegenwind. Zo is recent bekend gemaakt dat de aanleg van de Delta Rhine Corridor, waar de waterstofleiding richting andere Nederlandse en Duitse industrieclusters deel van uitmaakt, vier jaar later wordt gerealiseerd. Dat zou de energietransitie enorm vertragen. Het is van groot belang dat alles op alles wordt gezet om dit proces te versnellen, met het oog op verduurzaming en de concurrentiepositie van industrieclusters in Nederland en Europa. Ook hoge aansluitkosten op het net, hoge elektriciteitsprijzen en regelgeving die remmend werkt voor de energietransitie zorgen voor vertraging. Besluitvorming om te investeren in waterstofproductie blijft nog achter. Er is wel beweging in de regelgeving rond de raffinageroute wat de vraag naar groene waterstof zal stimuleren. Het Havenbedrijf zal, zowel bij het kabinet als op Europees niveau, het belang van een goed investeringsklimaat onder de aandacht blijven brengen. Inmiddels groeit de walstroomcapaciteit in de haven, doen er 4 partijen mee aan het biedproces voor het drijvend zonnepark op de Slufter en worden de mogelijkheden onderzocht voor verdere samenwerking op het gebied van warmte, het gebruik van stoom en het ontwikkelen van duurzaam vliegverkeer door biobrandstoffen en waterstof. 

Ook in de transitie van fossiele moleculen naar CO₂-neutrale moleculen worden de nodige stappen gezet. Het Havenbedrijf ontwikkelt momenteel een visie en strategie over zijn rol in deze grondstoffentransitie. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de rol van de haven in de productie van hernieuwbare brandstoffen, maar ook naar kritieke materialen. Deze zijn essentieel voor het realiseren van de energietransitie, en ook van groot belang voor de strategische onafhankelijkheid van Nederland en Europa.

Digitalisering & cyberweerbaarheid 

In het huidige tijdperk met toenemende digitale dreiging is weerbaarheid tegen maatschappij-ontwrichtende dreigingen een randvoorwaarde voor het goed functioneren van de nautische en logistieke processen in de haven. In het eerste halfjaar van 2024 zijn belangrijke stappen gezet op het gebied van digitalisering en cyberweerbaarheid. Zo ondersteunt het Havenbedrijf de Vertrouwensketen. Deze publiek-private samenwerking heeft als doel logistieke ketens digitaal weerbaarder te maken, ook tegen criminaliteit en diefstal. Door een nieuwe digitale manier van werken wisselen partijen informatie uit in een gesloten systeem. Het recht om een container op te halen bij de terminal kan daarbij alleen digitaal aan geautoriseerde vervoerders worden doorgegeven. Door de Vertrouwensketen is het niet meer mogelijk om onrechtmatig een container op te halen. De Zeehavenpolitie ziet dat dit door het werken via de Vertrouwensketen ook daadwerkelijk niet meer gebeurt. Inmiddels verloopt 43% van alle importcontainers via de Vertrouwensketen. Alle importcontainers uit Latijns-Amerika en Noord-Amerika maken sinds dit jaar onderdeel uit van deze werkwijze. Nu wordt gewerkt aan verdere uitbreiding naar andere vaargebieden.

Ook slaagde een consortium van Havenbedrijf Rotterdam, Q*Bird, Single Quantum, Cisco, Eurofiber, Portbase, Intermax en InnovationQuarter er in mei van dit jaar in om als eerste ter wereld een schaalbare quantumnetwerk-verbinding aan te leggen in de haven van Rotterdam. In een proefopstelling is de beveiliging van gevoelige informatie door het gebruik van quantumtechnologie succesvol gebleken. Dit nieuwe communicatiesysteem kan in de toekomst de veiligheid van de tienduizenden zeeschepen, die de haven jaarlijks bezoeken, verbeteren en ook het economische verkeer dat daaruit voortvloeit beter beveiligen tegen de dreiging van quantumcomputers. Op dit moment zijn er twee eindpunten bij Portbase en het Havenbedrijf verbonden met de centrale hub van het quantumnetwerk. Nu de proef geslaagd is, zullen in de loop van dit jaar nieuwe eindpunten bij de douane en een aantal nautische dienstverleners in de haven worden aangesloten op de centrale hub.

Vooruitblik

Overslag

Over het gehele jaar wordt een lichte stijging van het overslagvolume verwacht. De toegenomen containervolumes zijn daar een voorbode van. Verder zijn opgebouwde voorraden in andere segmenten afgebouwd en lijkt de Europese industriële productie voorzichtig aan te trekken door de lagere energieprijzen.

Belang van Europese samenwerking groter dan ooit

De energie- en grondstoffentransitie zijn op dit moment de grootste uitdagingen waar de Europese havens voor staan. Havens en industrie in Noordwest-Europa trekken daarom steeds vaker samen op om een duurzame toekomst voor de Europese industrie en samenleving veilig te stellen.

Boudewijn Siemons, CEO Havenbedrijf Rotterdam: ‘De Europese economie heeft alleen een toekomst als de energie- en grondstoffentransities slagen. Havens spelen daarin een cruciale rol. We moeten daarom meer denken én handelen vanuit dat grensoverstijgende belang. Hoe sneller Europa onafhankelijk wordt van fossiele brandstoffen, hoe groter de kans op strategische autonomie. Vertraging betekent dat we geopolitiek kwetsbaar blijven en dat is slecht voor Nederland én voor Europa. Een stevige inzet vanuit Nederland in Brussel, die zich sterk maakt voor de belangen van zeehavens in de energie- en grondstoffentransitie, is nu belangrijker dan ooit.’

In de omslag van fossiele naar hernieuwbare energie spelen uitdagingen rond stikstof, netcongestie en vergunningsverlening momenteel een belemmerende rol. Ook voorspelbare en competitieve marktomstandigheden voor investeringen in de verduurzaming van de industrie en de beschikbaarheid van voldoende grondstoffen zijn voor een succesvolle transitie cruciaal. Daarom is de komende jaren stabiel beleid en forse stimulering van groene energie en een circulaire economie nodig, zowel vanuit Den Haag als Brussel.