Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

5.5 KPI’s

Overzicht kritieke prestatie-indicatoren

Een KPI is materieel voor het rapportagejaar indien deze inzicht geeft in de mate van realisatie van de strategische doelstellingen, ze van toepassing is op een materieel thema en er daadwerkelijk op is gestuurd door het management. 

Materiele thema

(Kritische) Prestatie Indicatoren

Doelstelling 2023

Realisatie 2023

Realisatie 2022

Realisatie 2021

Veiligheid (nautisch)

Major incidents (nautisch)

0

0

1

0

 

Nautische safety index (NSI)

> 7,00

7,51

6,39

7,46

Arbeidsveiligheid

Lost time injury frequency rate (LTIFR)

< 0,5

0,41

0,43

0,42

Energietransitie

CO2-uitstoot HIC (Mton)

22,8 (2022)

22,6 (2022)

23,5 mton (2021)

22,5 mton (2020)

Aantrekkelijke & gezonde omgeving

Voldoen aan de wettelijke normen met de ambitie om de luchtkwaliteit verder te verbeteren:

    
 

Stikstofdioxide (NO2)

< 40 (μg/m3)

23,4 (μg/m3) (2022)

23,1 (μg/m3) (2021)

22,9 (μg/m3) (2020)

 

Zwaveldioxide (SO2)

< 20 (μg/m3)

1,4(μg/m3) (2022)

1,4(μg/m3) (2021)

1,4(μg/m3) (2020)

 

Fijnstof (PM10)

< 40 (μg/m3)

18,6 (μg/m3) (2022)

19 (μg/m3) (2021)

17,4 (μg/m3) (2020)

Cybersecurity HbR

Geen incidenten op vitale systemen

0

0

0

0

Ondermijnende criminaliteit

Verhogen van awareness
Voortgang op project ‘Virtueel hek’.

Groen

Oranje

  

Draagvlak haven

Reputatie Rotterdamse haven onder omwonenden

>75

80,3*

79,0

83,2

 

Licence to grow Rotterdamse haven onder omwonenden

>75

73,9*

74,3

75,6

Kwaliteit haveninfrastructuur

Kwaliteit Haveninfrastructuur bestaande uit de volgende sub-KPI's: ISO-certificering, % Wateroppervlakte op nautisch gegarandeerde diepgang, Maximaal tweemaal de freeflow op de 7 gemeten haven wegtrajecten in het HIC, Beschikbaarheid van de walradarsystemen, Beschikbaarheid Port Community System Portbase.

7

7,4

8,8

9,5

Klantwaardering

Klanttevredenheid

> 7,4

7,6

7,3

 

Ruimte voor transitie

KPI in ontwikkeling

    
  • * 2023 score in inclusief Dordrecht - voorgaande jaren zijn exclusief Dordrecht

Toelichting bij de KPI’s

Veiligheid (nautisch)

Als we geen of onvoldoende aandacht besteden aan veiligheid, kunnen de activiteiten in de haven gevaar opleveren voor mens en milieu. Voor omwonenden kan bij milieuschade in de Rotterdamse haven het recht op gezondheid onder druk komen te staan. Een veilig milieu betekent tevens een veilige werkomgeving in de haven van bijvoorbeeld onze inspecteurs, bemensing op schepen of medewerkers van klanten op haventerreinen. Om deze redenen is zorgen voor veiligheid prioriteit binnen het Havenbedrijf Rotterdam en streven we naar geen major incidents in de Rotterdamse haven.

We houden toezicht op de orde en veiligheid in de Rotterdamse haven. Met stakeholders bespreken we belangrijke veiligheidsonderwerpen, zoals het verlenen van vergunningen en zorgen voor handhaving. We monitoren voortdurend het veiligheidslandschap. Scheepsongevallen registreren we integraal. Concreet hebben wij (KPI) doelstellingen op nautische veiligheid en naleving van scheepvaartregels. De veiligheid van het scheepvaartverkeer rapporteren we aan de hand van de Nautische Safety Index (NSI). Dit is een rapportcijfer waarbij we de ernst van ongevallen meewegen. In 2023 kwam de NSI met een score van 7,51 boven de norm van 7,0 uit. In 2023 waren er geen major incidents.

Aantal major incidents

Een major incident is een significant scheepsongeval waarbij er:

  • Eén of meer betrokken schepen verloren zijn gegaan, afgezien van zeer kleine vaartuigen, zoals sloepen of jachten voor zover de schade beperkt blijft tot materiële schade en/of;

  • Eén of meer dodelijke slachtoffers zijn gevallen en/of;

  • Sprake is van grote financiële schade (schade minimaal één miljoen euro) en/of;

  • Ernstige schade aan het milieu is ontstaan, waaronder we langdurige schade aan het ecosysteem en/of directe ernstige schade voor de volksgezondheid verstaan, vervuiling die niet met eigen middelen is op te ruimen, mede afgemeten aan (inter)nationale media-aandacht en opschaling tot regionaal of landelijk niveau en/of;

  • Sprake is van een algehele stremming van de haven langer dan 24 uur of een stremming van essentiële delen van de haven (over land en/of water) voor langer dan 48 uur en/of;

  • Sprake is van langdurige negatieve imagoschade.

Voorvallen (waaronder morsingen en scheepsongevallen) worden geconstateerd door de verkeersbegeleiding op vaartuigen. Deze worden geregistreerd in HaMIS en gekoppeld aan de scheepsinformatie (identificatie, positie, lading). Op basis van de registratie van de gevolgen bepaalt het systeem de classificatie van het incident.

Deze KPI meten we per kwartaal. Het gerapporteerde cijfer heeft betrekking op het gehele jaar.

Nautische Safety Index (NSI)

De NSI is een indicator die de veiligheid in de Rotterdamse haven uitdrukt in een cijfer. Hierbij worden de significante scheepsongevallen en daadwerkelijke aanvaringen afgezet tegen het aantal scheepsbezoeken. Een nautisch ongeval wordt beschouwd als significant indien één of meer van de volgende factoren voorkomen: dodelijke of zwaargewonde slachtoffers, grote vaarweg-, scheeps-, lading- of milieuschade of als er een volledige stremming is geweest van één uur of meer. Deze doelstelling wordt per kwartaal gerapporteerd. Elk ongeval wordt geclassificeerd naar ernst. De definities die worden gevolgd, stammen uit de ‘Code for the investigation of Marine Casualties and Incidents IMO RESOLUTION A.849(20) aangenomen op 27 November 1997’.

Iedere maand berekenen we een score over de ongevallen en voorvallen van de laatste twaalf maanden. Dit om mogelijke seizoensinvloeden te elimineren. De categorisering van de ongevallen wordt getoetst door een commissie met hierin ook twee externe adviseurs.

Arbeidsveiligheid

Voor degenen die in het Rotterdamse haven- en industriecomplex werken, kunnen, ingeval van onveilige werksituaties, verschillende arbeidsrechten in het gedrang komen. Dit geldt voor onze eigen medewerkers, maar ook voor mensen die bij bedrijven in de haven werken of de haven bezoeken. Wij streven naar een werkomgeving waar iedereen veilig is en zich veilig voelt. Onze ambitie is: ‘iedereen gezond en veilig naar huis’.

Zowel van onze eigen medewerkers als van medewerkers van relaties verwachten wij dat zij zorg dragen voor veiligheid. Hiertoe hebben verschillende veiligheidsinitiatieven ondernomen, zoals het uitvoeren van safety walks bij onze aannemers en het rapporteren van gevaarlijke situaties door onze medewerkers in een veiligheidsapplicatie. We werken samen met opdrachtnemers en hebben regelmatig overleg met hen en andere stakeholders. We meten de veiligheid van onze medewerkers met de KPI ‘Lost time injury frequency rate’. De LTIFR kwam uit op 0,41 in 2023.

U leest meer in arbeidsveiligheid.

Lost Time Injury Frequency Rate

De definitie van Lost Time Injury Frequency Rate (LTIFR) is: Een ongeval met letsel, leidend tot meer dan 1 dag verzuim, de dag van het ongeval niet inbegrepen. LTIFR = aantal LTI x 1.000.000 / aantal manuren. De LTIFR wordt bepaald voor incidenten die HbR medewerkers betreffen. Opdrachtnemer incidenten en manuren worden niet opgenomen. De incident gegevens worden geregistreerd in de meldingsapp Safetynow. Er is een directe verbinding tussen de meldingsapp SafetyNow en PowerBI, waarin de score wordt berekend. De manuren worden bepaald door het aantal FTE te vermenigvuldigen met het aantal effectieve werkuren (informatie door HR aangeleverd op maandbasis). Deze worden ook in het Incident Register opgenomen.

onze understanding wordt het incidentregister niet langer gebruikt. Tijdens de procesbespreking besproken dat er een directe verbinding is tussen SafetyNow en PowerBI, waarin de KPI-score wordt berekend.

Deze doelstelling wordt vier keer per jaar gerapporteerd in de kwartaalrapportage. Het gerapporteerde cijfer is over het hele jaar.

Energietransitie

De activiteiten van onze klanten in de Rotterdamse haven gaan (nog) gepaard met broeikasgasemissies. CO2 is een veroorzaker van klimaatverandering, waardoor wereldwijd verschillende mensenrechten, waaronder het recht op leven, onder druk komen te staan. Door te focussen op de energietransitie willen we de haven van Rotterdam tegen 2030 in lijn brengen met een reductie van CO2 van 55% ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2050.

Wij jagen de energietransitie aan door te investeren in energie-infrastructuur, (wereldwijde) partnerships aan te gaan, actief duurzame bedrijven te verwelkomen en door te helpen bij het verduurzamen van de logistieke sector. Wij kunnen het niet alleen; voor het slagen van de energietransitie zijn wij afhankelijk van klanten, energieleveranciers en verschillende overheden. Het onderwerp energietransitie bespreken we met verschillende stakeholders, zoals klanten, aandeelhouders en ngo’s. Wij monitoren de CO2-uitstoot en hebben hier jaarlijkse doelstellingen op gezet. De voortgang op de doelstelling voor 2030 is een strategische KPI en delen we jaarlijks in het jaarverslag. Door onze klanten in het Rotterdamse haven- en industriecomplex werd in 2022 ongeveer 22,6 Mton CO2 uitgestoten.

CO2-uitstoot HIC (Mton)

Als indicator voor duurzaam ondernemen in de haven monitoren we de CO2-uitstoot in het haven- en industriecomplex (HIC) van Rotterdam. We meten de jaarlijkse CO2-uitstoot (ten opzichte van 1990) van de scope 1 van het HIC (inclusief Dordrecht en exclusief Moerdijk). Deze vergelijken we met de doelstelling voor CO2-uitstoot (scope 1).

Voor de indeling naar scope 1, 2 en 3 maken we gebruik van de definities van de internationale standaard Green house Gas Protocol (GHP):

  • Scope 1: directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Het betreft dan de uitstoot door eigen gebouw-, vervoer- en productie gerelateerde activiteiten.

  • Scope 2: deze omvat de indirecte uitstoot van CO2 door opwekking vanzelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. De organisatie gebruikt deze energie intern, maar wekt deze niet intern op.

  • Scope 3: indirecte uitstoot van CO2 door bedrijfsactiviteiten van een andere organisatie. Het betreft dan uitstoot door bronnen die niet in het bezit zijn van de eigen organisatie en waar ze ook geen directe invloed op kan uitoefenen.

We maken gebruik van de volgende externe databronnen voor de actuele uitstoot cijfers:

Alleen bedrijven die geregistreerd zijn in het Europese of Nederlandse emissieregister worden meegenomen in de berekening van de CO2-uitstoot. Deze KPI wordt jaarlijks gerapporteerd en het cijfer loopt een jaar achter. We meten deze KPI in Mton met één cijfer achter de komma.

Aantrekkelijke en gezonde omgeving

Een gezonde omgeving is van groot belang voor de Rotterdamse haven en de omgeving. Door havenactiviteiten van onszelf en van onze klanten kunnen we het recht op een gezonde omgeving aantasten. De economische en maatschappelijke waarde van de Rotterdamse haven is daarom nauw verbonden met de kwaliteit van de leefomgeving en de biodiversiteit. De kwaliteit wordt bepaald door de aanwezige natuur, biodiversiteit en luchtkwaliteit. Daarom besteden we hier veel aandacht aan en hebben wij onze eigen Natuurvisie opgesteld. We streven naar een aantrekkelijke omgeving waarin bedrijven willen investeren en waar mensen graag werken, wonen en recreëren.

Onze projecten en andere activiteiten voldoen ten minste aan Wet natuurbescherming (Wnb) en wij verlangen hetzelfde van onze aannemers. We beperken de negatieve gevolgen van onze ontwikkelingen op aanwezige dier- en plantsoorten, door aanpassingen in planning of ontwerp. Invasieve exoten worden actief bestreden. We zoeken naar natuurinclusieve kansen in projecten en passen in onze buitenruimte waar mogelijk ecologisch beheer toe. Met verschillende stakeholders voeren wij de dialoog over geluid, vestigingsklimaat, waterkwaliteit, recreatie en de balans tussen leefomgeving en energietransitie. DCMR Milieudienst Rijnmond rapporteert jaarlijks over de luchtkwaliteit en het geluidbudget in de Rotterdamse haven. De uitstoot van schadelijke stoffen (stikstofdioxide, zwaveldioxide en fijnstof) is een KPI die wij jaarlijks monitoren. Ook in 2023 ligt de uitstoot ver onder de EU grenswaarden.

U leest meer in gezonde leefomgeving.

De luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied wordt beoordeeld aan de hand van een aantal stoffen. Voor de meeste van deze stoffen bestaan wettelijke grenswaarden. DCMR meet al ruim 50 jaar de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied in opdracht van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. In hun rapport ‘lucht in cijfers 2022’ delen ze de resultaten van de gemeten luchtkwaliteit.

Stikstofdioxide (NO2)

Stikstofdioxide is een anorganische verbinding van stikstof en zuurstof, met als bruto formule NO2. Stikstofoxides (NO + NO2) ontstaan bij gebruik van brandstof. Bijvoorbeeld bij (weg)verkeer, elektriciteitsproductie, scheepvaart en industrie. Een deel van de uitstoot van NO wordt in de lucht omgezet in stikstofdioxide (NO2).

Fijnstof (PM10)

Fijnstof is een verzamelnaam voor zwevende deeltjes en wordt ook wel afgekort als PM (‘Particulate Matter’). Fijnstof is afkomstig van zowel natuurlijke- als menselijke bronnen. Een deel van het fijnstof ontstaat door chemische reacties in de lucht. Belangrijke menselijke bronnen zijn consumenten (houtstook), verkeer en vervoer, industrie en landbouw. PM10 zijn deeltjes met een maximale diameter van 10 micrometer.

Zwaveldioxide (SO2)

Zwaveldioxide (SO2) komt vrij bij verbranding van zwavelhoudende brandstof, bijvoorbeeld door zeeschepen, raffinaderijen en energiecentrales. Zwaveldioxide speelt een rol in de vorming van (ultra-)fijnstof. Door schonere en zwavelarme brandstof en rookgasreiniging zijn de SO2-concentraties door de jaren heen sterk afgenomen. Zwaveldioxide speelt een rol in de vorming van (ultra-)fijnstof.

De concentratie van NO2, SO2, PM10 wordt door DCMR- en RIVM-meetstations gemeten. De DCMR rapporteert jaarlijks over de luchtkwaliteit. Deze informatie is openbaar beschikbaar op hun website www.dcmr.nl. De actuele score betreft het stadsachtergrond gemiddelde dat is gebaseerd op de jaargemiddelde concentraties die door de meetstations Schiedam, Hoogvliet, Maassluis en Zwartewaalstraat worden gemeten.

Rapport: https://www.dcmr.nl/publicaties/lucht-in-cijfers-2022.html. Dit rapport wordt halverwege het jaar uitgebracht met data die betrekking hebben op het jaar ervoor.

Cybersecurity Havenbedrijf Rotterdam

Door automatisering worden processen meer afhankelijk van goed functionerende IT systemen. Cybersecurity is een randvoorwaarde voor het goed functioneren van de nautische en logistieke processen en de verdere digitalisering van de haven. Door verstoring van IT systemen (hack of technisch) kunnen onze processen stil vallen en kan het nautische verkeer geen doorgang vinden. Dit heeft indirect impact op verschillende mensen- en arbeidsrechten, zoals recht op een veilige werkomgeving, een gezonde leefomgeving en privacy. Wij hebben een wettelijke verplichting om te voldoen aan de Wet bescherming netwerk en infrastructuur. Ons doel is compliant blijven en digitale dreigingen onder controle houden.

We werken voortdurend aan het borgen van beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van onze IT-systemen en onze medewerkers. De Havenmeester is tevens de Port Cyber Resilience Officer en is daarmee verantwoordelijk voor het versterken van onderlinge samenwerking en kennisdeling bij alle bedrijven in het Rotterdamse havengebied op het gebied van cybersecurity. Onze KPI is simpel: cyberaanvallen die leiden tot uitval van onze kritische systemen. In 2023 hadden we geen dergelijke incidenten op vitale systemen.

U leest meer in cybersecurity.

Geen incidenten op vitale systemen

Cybersecurity is een randvoorwaarde voor het goed functioneren van de nautische en logistieke processen en de verdere digitalisering van de haven. Alle security incidenten worden gelogd. Een groot incident wordt direct gerapporteerd, andere incidenten worden eenmalig gerapporteerd. Deze doelstelling wordt één keer per jaar gerapporteerd aan de Raad van Commissarissen.

Ondermijnende criminaliteit

Ondermijnende criminaliteit op klantterreinen heeft impact op omwonenden, bedrijven en hun medewerkers. De impact is gerelateerd aan arbeidsrechten en het recht op een gezonde omgeving. De invloed van het Havenbedrijf Rotterdam is klein, maar de impact van de problematiek is groot. Ons doel is ‘het zo moeilijk mogelijk maken om de Rotterdamse haven te misbruiken voor drugsgerelateerde en ondermijnende criminaliteit en onze assets te beschermen’.

Onze acties richten zich onder andere op het vergroten van bewustwording en het verbeteren van toezicht. Met partners, zoals politie, douane en terminals, ontwikkelen we gezamenlijke initiatieven om de haven te beveiligen en drugscriminaliteit tegen te gaan. We meten de voortgang op onze initiatieven in een kwalitatieve KPI. In 2023 hebben we onze doelstelling niet gehaald. Lees hier meer.

Ondermijning is vermenging van onder- en bovenwereld (vaak drugsgerelateerd). Criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale bedrijven en diensten. Dit is in toenemende mate een probleem voor de Rotterdamse haven. 

Ons doel is 'het zo moeilijk mogelijk maken om de Rotterdamse haven te misbruiken voor drugsgerelateerde en ondermijnende criminaliteit en onze assets te beschermen'.  Dit doen wij onder andere door: Verhogen van de awareness – te meten via een kwalitatieve beoordeling en verbeteren toezicht – te meten op voortgang op het project ‘Virtueel hek’.

De beoordeling van het verhogen van awareness wordt gedaan door interne en externe experts. Aan hen stellen we de vraag “Hoe succesvol is het HbR geweest in het verhogen van de awareness van ondermijning in 2023”. Dat meten we dan op basis van eNPS methodiek waarbij de norm >0 is. Het aspect verbeteren toezicht beoordelen we op de gerealiseerde voortgang binnen het project Virtueel Hek op basis van de meest recente project voortgangsrapportage. Hier nemen we alleen de elementen scope en tijd mee. Budget laten we buiten beschouwing. De norm is dat scope en tijd in overeenstemming met de initiële projectscope worden gescoord.

De optelsom (met gelijke weging) van beide elementen leidt tot een kwalificatie groen (2x groen op sub-elementen), oranje (1x groen op sub-elementen) of rood (0x groen op sub-elementen). De KPI wordt één keer per jaar gemeten.

Draagvlak haven

De Rotterdamse haven ligt in dichtbevolkt gebied en wordt omringd door meerdere natuurgebieden. Het Havenbedrijf Rotterdam en de bedrijven in de Rotterdamse haven zijn afhankelijk van het draagvlak van stakeholders en aandeelhouders voor de haven om te kunnen opereren en ontwikkelen. Om succesvol te zijn en blijven en economische waarde te creëren, is een goede reputatie van groot belang voor de Rotterdamse haven en het Havenbedrijf Rotterdam. Wij streven daarom naar een goede reputatie onder omwonenden.

Het handelen van het Havenbedrijf Rotterdam en bedrijven in de Rotterdamse haven is van groot belang voor het behouden van een goede reputatie. Verschillende stakeholderbelangen dienen in overweging te worden genomen bij ontwikkelingen. Ook zetten we in op de verbinding tussen stad en haven. Als Havenbedrijf Rotterdam staan wij in nauw contact met verschillende groepen stakeholders: klanten, strategische stakeholders, medewerkers, omwonenden, publiek en leveranciers. Onze inspanningen worden gemeten in de KPI ‘draagvlak haven’, gebaseerd op een periodiek reputatieonderzoek. In het laatste onderzoek scoorde de Rotterdamse haven inclusief Dordrecht 80,3 onder omwonenden, en beoordeelden zij de ‘license to grow’ met 73,9.

U leest meer in Draagvlak haven.

Reputatie Rotterdamse haven onder omwonenden & License to grow Rotterdamse haven onder omwonenden

Om succesvol te zijn en te blijven is een goede reputatie van groot belang voor de Rotterdamse haven en het Havenbedrijf Rotterdam. Een goede reputatie zorgt voor meer begrip, draagvlak en steun bij onze stakeholders en vergroot hierdoor onze ondernemingsruimte: onze license to operate en to grow. Daarnaast is het handelen van het Havenbedrijf Rotterdam en ook van de spelers in de Rotterdamse haven van groot belang voor het behouden van een goede reputatie. Daar hebben het Havenbedrijf Rotterdam, alle bedrijven die er zijn gevestigd, hun medewerkers en de bezoekers aan de haven, invloed op.

Het reputatieonderzoek wordt eens in de twee jaar uitgevoerd door een externe partij. (Reputatiegroep). Alleen mensen die hebben aangegeven enigszins of zeer bekend te zijn met de Rotterdamse haven en/of Havenbedrijf Rotterdam zijn gevraagd om de reputatie te beoordelen. Dit criterium is ook gehanteerd voor de benchmarks. De scores in deze rapportage worden weergegeven op een schaal van 0-100.

Kwaliteit haveninfrastructuur

De Rotterdamse haven dankt haar toppositie onder andere aan de moderne infrastructuur. De kwaliteit van infrastructuur draagt indirect bij aan economische groei in zowel Nederland als de landen waarmee handel wordt gedreven en daarmee aan wereldwijde sociaaleconomische mensenrechten. We streven naar verbetering van de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven door kwalitatief hoogwaardige infrastructuur en innovatieve digitale oplossingen. Aan de andere kant, gaat de aanleg en onderhoud van haveninfrastructuur gepaard met CO2-emissies en energieconsumptie; dit draagt bij aan het onder druk komen te staan van verschillende mensenrechten. Voor onze eigen scope 1, 2 en 3 emissies (waaronder de scheepvaart) hanteren we Science based gevalideerde doelstellingen.

Om de kwaliteit van de haveninfrastructuur te waarborgen, investeren wij in ontwikkeling en onderhoud van terreinen van klanten en in publieke infrastructuur. Hiervoor gebruiken we een Integraal Asset Management-proces. Vanuit het programma Duurzame GWW werken wij samen met stakeholders aan initiatieven die vanuit een allesomvattende blik duurzame initiatieven in de bouw ontplooien. We drukken de kwaliteit van haveninfrastructuur cijfermatig uit aan de hand van vijf indicatoren, die ieder jaar worden beoordeeld. Wij laten, bijvoorbeeld, ons asset management proces jaarlijks certificeren volgens ISO 55001. Op deze manier wordt zowel intern als extern getoetst of we de verplichtingen uit die norm nakomen. Middels deze certificering wordt tevens gezorgd voor het continu doorlopen van de verbetercyclus (Plan, Do, Check, Act). In 2023 kwam de score uit op 7,4.

U leest meer in hoofdstuk kwaliteit haveninfrastructuur.

We meten onze kwaliteit haveninfrastructuur aan de hand van 5 sub-KPI's en hebben allemaal hetzelfde gewicht:

ISO-certificering

Het Asset Management proces van het Havenbedrijf Rotterdam is gecertificeerd volgens ISO 55001. We willen continu verbeteren. Dit wordt onder andere gestimuleerd door het proces te blijven auditen, zowel intern als extern. Tijdens de externe audit van DNV-GL kunnen afwijkingen worden geconstateerd ten opzichte van de ISO-norm elementen. Deze afwijkingen worden gecategoriseerd in drie categorieën: major non-conformity, minor non-conformity en bevinding. Met een bevinding hoeft de organisatie niet iets te doen, met een non-conformity moet de organisatie wel iets doen. Wanneer niet effectief of snel genoeg gehandeld wordt bij het constateren van een major non-conformity kan het certificaat ingetrokken worden. Het Havenbedrijf Rotterdam hanteert intern als norm bij de jaarlijkse externe audit: maximaal 2 minor non-conformities en 0 major non-conformities.

De uitkomst presenteren we middels een cijfer en die berekenen we als volgt:

Minor

Major

Effect KPI

Toelichting

0 minors

0 majors

10

Elke minor, 1 punt aftrek

1 minor

0 majors

9

 

2 minors

0 majors

8

 

3 minors

0 majors

7

 

4 minors

0 majors

6

 

5 minors

0 majors

5

 

0 minors

1 major

7

Elke major, 3 punten aftrek

0 minors

2 majors

4

 

2 minors

1 major

5

 
% Wateroppervlakte op Nautisch Gegarandeerde Diepgang (NGD)

Het baggeren van havenbekkens is belangrijk voor de bereikbaarheid van bedrijven door schepen. Dit wordt dan ook op dagelijkse basis gemonitord en op diepte gehouden. De KPI wordt gemeten als de oppervlakte beheerd areaal waterbodem voldoet aan de overeengekomen Nautisch Gegarandeerde Diepte (NGD). Dit wordt gemeten via een automatisch script wat deze gegevens uit de database met diepte-informatie en de laag NGD vakken in PortMaps haalt. De data worden ingewonnen door te peilen en dit gebeurt door de meetvaartuigen van Constructions & Dredging. De data worden conform een landelijke norm en eigen kwaliteitssysteem ingewonnen en gevalideerd.

Score NGD

Effect KPI

Toelichting

>= 92%

10

Elk procent, 1 punt aftrek

>= 91% tot 92%

9

 

>= 90% tot 91%

8

 

>= 89% tot 90%

7

 

>= 88% tot 89%

6

 

>= 87% tot 88%

5

 

>= 86% tot 87%

4

 

>= 85% tot 86%

3

 

>= 84% tot 85%

2

 

>= 83% tot 84%

1

 
Bereikbaarheid in het HIC: Maximaal tweemaal de 'free flow' op de 7 gemeten haven wegtrajecten in het HIC

In de haven monitoren we de doorstroom van het verkeer op zeven belangrijke wegtrajecten. De gemiddelde tijd dat een voertuig erover doet om zo’n traject te overbruggen noemen we de ‘free flow’. De norm die we hanteren om de capaciteit van onze wegen te meten is dat minimaal 90% van het verkeer er maximaal tweemaal de ‘free flow’ over doet. Als de score zich boven deze norm bevindt ondervinden onze klanten te veel congestie en vinden wij de capaciteit van ons wegennet en hiermee de bereikbaarheid onvoldoende. We meten de volgende wegtrajecten:

Traject

Free flow reistijd

KPI 2 keer freeflow reistijd

N15 Europaweg

280 seconden

560 seconden

Professor Gerbrandyweg

73 seconden

146 seconden

Welplaatweg

104 seconden

208 seconden

Clydeweg

66 seconden

132 seconden

Botlekweg

215 seconden

430 seconden

Vondelingenweg

345 seconden

690 seconden

Waalhavenweg

125 seconden

250 seconden

De free flow reistijd is bepaald aan de hand van de reistijdwaarnemingen op momenten dat er geen verstoring van het overige verkeer te verwachten is, met name in de avond-/nachtperiode. De reistijden worden gemeten met behulp van bluetooth. Ieder voertuig wordt gevolgd vanaf een passage van een bluetooth meetpunt tot een volgend bluetooth punt. Daar, bij het tweede punt wordt de reistijd van individuele voertuigen vastgelegd. De bluetooth meetpunten worden door een opdrachtnemer van het Havenbedrijf Rotterdam onderhouden en staan buiten het HIC met vergunning van andere wegbeheerders (met name RWS).

Score realisatie free flow

Effect KPI

Toelichting

>= 97% t/m 100%

10

Elke 3 procent, 1 punt aftrek

>= 94% tot 97%

9

 

>= 91% tot 94%

8

 

>= 88% tot 91%

7

 

>= 85% tot 88%

6

 

>= 82% tot 85%

5

 

>= 79% tot 82%

4

 

>= 76% tot 79%

3

 

>= 73% tot 76%

2

 

In 2023 waren twee wegtrajecten niet voldoende bemeten. Dit betekent dat in minder dan 30% van de meetmomenten een meting heeft kunnen plaatsvinden. De Botlekweg en Vondelingenweg zijn om die reden niet meegenomen. 

Beschikbaarheid van de walradar systemen

Dagelijks varen er honderden schepen veilig onze haven in en uit. VTS-operators in verkeerscentrales monitoren het verkeer en communiceren met de schepen. Zij maken hierbij gebruik van radargegevens. De vitale onderdelen voor dit proces worden ondersteund door het Verkeer begeleidend systeem (VBS). Het is van groot belang dat het systeem dag en nacht beschikbaar is. Per maand wordt de rapportage gedraaid. Hier wordt de uitval op prioriteit gefilterd, A-, B- of C-object. Een A-object heeft de hoogste prioriteit, is het meest kritisch en dient zo spoedig mogelijk opgelost te worden. De som van alle objecten levert uiteindelijk een gemiddeld percentage op met een interne norm van 99%.

Score beschikbaarheid VBS

Effect KPI

Toelichting

>= 99,6%

10

Elke 0,2%, 1 punt aftrek

>= 99,4% tot 99,6%

9

 

>= 99,2% tot 99,4%

8

 

>= 99,0% tot 99,2%

7

 

>= 98,8% tot 99,0%

6

 

>= 98,6% tot 98,8%

5

 

>= 98,4% tot 98,6%

4

 

>= 98,2% tot 98,4%

3

 

>= 98,0% tot 98,2%

2

 
Beschikbaarheid Portbase (klantperceptie)

Het Port Community System (PCS) van Portbase geeft toegang tot de slimme, digitale haven, waar bedrijven, organisaties en overheden via het PCS logistieke gegevens uitwisselen. Beschikbaarheid van het PCS van Portbase wordt berekend als percentage van de openstellingtijd van de Services. Dat betekent dat verstoringen buiten openstellingtijden niet meetellen voor niet-beschikbaarheid. Beschikbaarheid wordt berekend per kwartaal lopend van de 1e dag van het kwartaal 0.00 uur tot de laatste dag van het kwartaal 24.00 uur. Openstelling is 24/7 op onderhoud time out na. Wijze van meten: Beschikbaarheid = ((Openstellingstijd - Niet Beschikbare Tijd) / Openstellingstijd) * 100%.

Score beschikbaarheid Portbase

Effect KPI

Toelichting

>= 100%

10

Elke 0,2%, 1 punt aftrek

>= 99,9% tot 100%

9

 

>= 99,7% tot 99,9%

8

 

>= 99,5% tot 99,7%

7

 

>= 99,3% tot 99,5%

6

 

>= 99,1% tot 99,3%

5

 

>= 98,9% tot 99,1%

4

 

>= 98,7% tot 98,9%

3

 

>= 98,5% tot 98,7%

2

 

Klantwaardering

Het succes van de Rotterdamse haven valt en staat met het succes van onze klanten. Een veranderend vestigingsklimaat of veranderende wet- en regelgeving kan erin resulteren dat klanten hun activiteiten in de Rotterdamse haven afschalen, of dat potentiële klanten kiezen voor een concurrerende haven. Dit heeft impact op economische waardecreatie, werkgelegenheid in de omgeving en ons verdienmodel. We streven daarom naar tevreden klanten.

We zetten ons samen met onze stakeholders in om de ease-of-doing-business voor klanten te verbeteren om zo een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven te creëren. Daarbij gaat het ook om andere materiële onderwerpen, zoals de kwaliteit van de infrastructuur en een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. Wij zijn veel in dialoog met onze klanten. We meten periodiek de mate waarin onze klanten tevreden zijn over de Rotterdamse haven en het Havenbedrijf Rotterdam in een klanttevredenheidsonderzoek. Het rapportcijfer dat onze klanten begin 2023 gaven is gestegen naar 7,6 (vorige cijfer was 7,3).

U leest meer in hoofdstuk Klantwaardering.

Klanttevredenheid

Het Havenbedrijf Rotterdam heeft zich ten doel gesteld om de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven als logistiek knooppunt én industriecomplex van wereldniveau te versterken. Dit niet alleen in omvang, maar zeker ook in kwaliteit. Om deze kwaliteit aan te sturen en te monitoren laat het Havenbedrijf Rotterdam elke twee jaar een klanttevredenheidsonderzoek doen.

Er wordt een online vragenlijst uitgezet onder klanten van het Havenbedrijf Rotterdam. Daarnaast voeren we rondetafelgesprekken met klanten. De uitkomst wordt in een cijfer (1-10) gepresenteerd.

Deze KPI wordt één keer per twee jaar gerapporteerd.