3.3.5 EU-Taxonomie

De Europese Commissie heeft de Taxonomieverordening (Verordening (EU) 2020/852) ingevoerd om inzicht te krijgen in hoeverre economische activiteiten van een onderneming ecologisch duurzaam zijn. Op deze manier wil de Europese Commissie ondernemingen motiveren om meer financiële middelen in te zetten op duurzame activiteiten. Een activiteit wordt als duurzaam aangemerkt als deze substantieel bijdraagt aan één of meer van de zes milieudoelstellingen van de Europese Unie, daarbij niet significant schade toebrengt aan de andere milieudoelstellingen, en als door het bedrijf wordt voldaan aan de gestelde sociale minimum garanties op het gebied van mensenrechten. De zes milieudoelstellingen zijn onderverdeeld in zes annexen, te weten: klimaatmitigatie, klimaatadaptatie, water, circulaire economie, verontreiniging en biodiversiteit. In elke annex is een lijst van de voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten opgenomen. Per activiteit zijn Technische Screening Criteria uiteengezet, waar de activiteit aan moet voldoen om geclassificeerd te kunnen worden als substantieel bijdragend aan een milieudoelstelling. Daarnaast zijn er Geen ernstige afbreuk doen aan criteria (DNSH) per activiteit opgesteld waaraan de activiteit moet voldoen om geclassificeerd te worden als niet significant schade toebrengend aan een andere milieudoelstelling. Activiteiten die aan alle voorgeschreven criteria voldoen, worden gepresenteerd als op de taxonomie afgestemde activiteiten. Als niet aan alle voorgeschreven criteria wordt voldaan, maar de activiteit wel in de lijst van een annex is opgenomen, dan wordt deze gepresenteerd als een voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit.

Toepassing van de EU-Taxonomie

Het Havenbedrijf Rotterdam is per jaarverslag 2025 verplicht om de toetsing van de taxonomie op te nemen in het jaarverslag. Dit jaar rapporteren wij vrijwillig over de activiteiten in Annex I en Annex II (klimaatmitigatie en klimaatadaptatie zoals voorgeschreven in gedelegeerde verordening (EU) 2021/2139) die in aanmerking komen voor, en eventueel afgestemd zijn op de taxonomie. Volgend jaar zullen ook Annex III tot en met Annex VI (zoals voorgeschreven in gedelegeerde verordening (EU) 2023/2486) aan bod komen. De huidige taxonomie erkent momenteel een deel van onze activiteiten niet. Ter illustratie: de verhuur van gebouwen is wel opgenomen in de lijst van activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie, maar de verhuur van terreinen, wat een groot deel van onze omzet is, niet. Wij zijn van mening dat door de uitputtende lijst van de taxonomie, de inspanningen van het Havenbedrijf Rotterdam wat betreft het verduurzamen van activiteiten niet goed tot hun recht komen. Wij werken voortvarend aan de energietransitie, zoals onder meer te lezen is in het hoofdstuk Klimaatmitigatie.

Toetsing economische activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie

De taxonomie schrijft een beperkte lijst met mogelijk duurzame activiteiten voor. Onze eerste stap is het beoordelen of onze activiteiten in lijn zijn met de economische activiteit omschreven in de taxonomie. Dit doen we door alle economische activiteiten van het Havenbedrijf Rotterdam te beoordelen aan de hand van de omschrijving van de activiteit in de taxonomie. Momenteel zijn onze activiteiten alleen beoordeeld aan de hand van de activiteiten uit Annex I (klimaatmitigatie) en Annex II (klimaatadaptatie). In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van alle activiteiten die in aanmerking komen voor de taxonomie.

Code	Annex	Economische activiteit	Omschrijving activiteit HbR	KPI
4.8	I en II	Elektriciteitsopwekking uit bio-energie	Het faciliteren van een biorefinery door het uitvoeren van engineering-en onderzoeksactiviteiten	CapEx
4.9	I en II	Transmissie en distributie van elektriciteit	Het faciliteren van distributie van elektriciteit naar het conversiepark en de elektrolyser door engineeringactiviteiten en de aanleg van de spuiwaterleiding	CapEx
4.14	I en II	Transmissie- en distributienetwerken voor hernieuwbare en koolstofarme gassen	Het faciliteren van het distributienetwerk van waterstof door het plaatsen van een damwandconstructie om ruimte te maken voor de aanleg van leidingen	CapEx
5.11	I en II	Vervoer van CO₂	Het faciliteren van het vervoer van CO₂ door verplaatsen van ligplaatsen en het voorbereiden van onshore en offshore leidingen	CapEx
6.9	I en II	Aanpassing van binnenschepen voor personen- en goederenvervoer	De ombouw en het levensverlengend onderhoud van de patrouillevaartuigen en de Nieuwe Maze om te voldoen aan bepaalde vereisten	CapEx
6.10	I en II	Goederenvervoer via de zee- en kustvaart, vaartuigen voor havenactiviteiten en ondersteunende activiteiten	Het organiseren van verkeersbegeleiding voor zeeschepen en het exploiteren van eigen vaartuigen, namelijk de RPA's en surveyors	Omzet, OpEx, CapEx
6.11	I en II	Personenvervoer via de zee- en kustvaart	Het exploiteren van de Nieuwe Maze, een vaartuig bestemd voor rondvaarten	OpEx, CapEx
6.14	I en II	Infrastructuur voor spoorvervoer	Het exploiteren van het spoor in het HIC, waaronder door een onderhoudsbijdrage aan ProRail	OpEx , CapEx
6.15	II	Infrastructuur voor wegvervoer en openbaar vervoer	Het onderhoud van en investeringen in weginfrastructuur in de haven, waaronder straatverlichting, wegverharding, inritten, uitritten, kruispunten en parkeerterreinen.	OpEx, CapEx
6.16	II	Infrastructuur voor vervoer over water	Het onderhoud van en investeringen in weginfrastructuur voor vervoer over water, waaronder borden en vaarwegmarkeringen, ligplaatsen, afmeervoorzieningen, kademuren, glooiingen, kunstwerken en steigers.	OpEx, CapEx
7.2	I en II	Renovatie van bestaande gebouwen	Het onderhoud aan eigen vastgoed, radarposten en commercieel vastgoed.	OpEx, CapEx
7.7	I en II	Verwerving en eigendom van gebouwen	Het verhuren en aankopen van onroerend goed in de haven	Omzet, CapEx
8.2	I	Gegevensgestuurde oplossingen voor broeikasgasemissiereducties	Investeringen in de ontwikkeling van Haven Emissie Service Platform (HESP), een platform dat inzicht biedt in emissies van transport in de haven	CapEx

Toetsing economische activiteiten die afgestemd zijn op de taxonomie

Technische screeningscriteria

Elke activiteit van het Havenbedrijf Rotterdam die wij hebben geïdentificeerd als in aanmerking komend voor de taxonomie testen we aan de hand van de technische screeningscriteria uitgezet in de taxonomie. Deze criteria toetsen of de activiteit substantieel bijdraagt aan de klimaatdoelstelling.

Geen ernstige afbreuk doen aan (DNSH)

Indien de activiteit voldoet aan alle criteria om substantieel bij te dragen aan de klimaatdoelstelling wordt verder getoetst aan de Do No Significant Harm criteria. Deze criteria zijn in het leven geroepen om te toetsen of de activiteit geen ernstige afbreuk doet aan de andere klimaatdoelstellingen. Op het moment dat de activiteit niet kan voldoen aan een gesteld criterium, toetsen we de criteria daaropvolgend niet.

Minimumgaranties

De taxonomie schrijft voor dat aan enkele sociale minimumgaranties voldaan moet worden door de onderneming om de activiteiten als afgestemd op de taxonomie te mogen duiden. Het Havenbedrijf Rotterdam onderschrijft in haar mensenrechtenbeleid de verwachtingen uit de UNGP, OESO en ILO. Wij verwachten van handelspartners eenzelfde houding tegenover mensen-en arbeidsrechten en maken dit expliciet duidelijk in onze Supplier Code of Conduct. Meer informatie over ons mensen- en arbeidsrechten beleid is te vinden in het hoofdstuk Werken en arbeidsomstandigheden in de haven. Het Havenbedrijf Rotterdam voldoet aan de voorgeschreven sociale minimumgaranties en derhalve elke activiteit ook.

Omzet

In onderstaande tabel worden activiteiten die eerder geduid zijn als voor de taxonomie in aanmerking komend wat betreft de omzet, verder uiteengezet om de mate van afstemming met de taxonomie te bepalen. Daarna wordt deze informatie inzichtelijk gemaakt in een tabel zoals voorgeschreven door de taxonomie. De totale omzet komt overeen met de som der bedrijfsopbrengsten gepresenteerd in de winst- en verliesrekening.

De omzet die in dit jaarverslag geclassificeerd is voor de taxonomie is veranderd ten opzichte van eerdere jaren. Dit komt doordat de Europese Commissie naar buiten heeft gebracht dat de omzet van activiteiten die klimaatveerkrachtig zijn gemaakt niet kan worden erkend. De overweging is dat de aangepaste activiteit de substantiële bijdrage aan klimaatadaptatie al heeft geleverd op het moment dat deze werd aangepast en niet op het moment van het genereren van omzet. De activiteiten die in eerdere jaren zijn geclassificeerd als in aanmerking komend voor de taxonomie in Annex II zijn dit jaar niet geclassificeerd.

Code	Annex	Toetsing TSC	Toetsing DNSH	Afgestemd
6.10	I	Op dit moment is niet bekend of de schepen die gefaciliteerd worden door de verkeersbegeleiding van het HbR voldoen aan de gestelde eisen.	Niet getoetst	Nee
7.7	I	Ons portfolio voldoet niet aan de gestelde criteria.	Niet getoetst	Nee

OpEx

In onderstaande tabel worden activiteiten die eerder geduid zijn als voor de taxonomie in aanmerking komend wat betreft de operationele kosten (OpEx), verder uiteengezet om de mate van afstemming met de taxonomie te bepalen. Daarna wordt deze informatie inzichtelijk gemaakt in een tabel zoals voorgeschreven door de taxonomie. De totale operationele kosten zijn opgenomen in de winst- en verliesrekening onder de post overige bedrijfslasten.

Code	Annex	Toetsing TSC	Toetsing DNSH	Afgestemd
6.10	I	De RPA's varen op B100, wat de CO₂-emissies tot 90% reduceert. Deze biobrandstof voldoet niet aan de eisen gesteld aan hernieuwbare brandstof. De RPA's worden niet uitsluitend gebruikt om de modal shift mogelijk te maken	Niet getoetst	Nee
6.10	II	De RPA's zijn bestand tegen de geïdentificeerde klimaatrisico's, waardoor verdere adaptatieoplossingen niet nodig zijn	De primaire functie van de RPA's is om de haven veilig te houden en na hun levensduur krijgen deze een tweede leven in ander gebruik. Het gebruik van de vaartuigen vormt geen belemmering voor het behoud van waterkwaliteit, levert geen overschrijding van emissienormen en geen overlast voor milieu op.	Ja
6.11	I	De Nieuwe Maze vaart op B100 wat de CO₂-emissies tot 90% reduceert. Het scheepstype is daarnaast niet opgenomen in de lijst met criteria voor Fase 3 EEDI-vereisten	Niet getoetst	Nee
6.11	II	De Nieuwe Maze is bestand tegen de geïdentificeerde klimaatrisico's, waardoor verdere adaptatieoplossingen niet nodig zijn	Het gebruik van de Nieuwe Maze vormt geen belemmering voor het behoud van waterkwaliteit, levert geen overschrijding van emissienormen op en heeft geen significante impact op geluid en trillingen. De Nieuwe Maze krijgt na haar levensduur een tweede leven.	Ja
6.14	I	De havenspoorlijn is volledig geëlektrificeerd en is niet primair bedoeld voor het vervoer van fossiele brandstoffen	De activiteit voldoet aan de vereisten uit Aanhangsel A, B en D. Daarnaast wordt een groot deel van het bouwafval gerecycled en wordt het beperken van afvalproductie gestimuleerd. Beperkende maatregelen voor geluidsoverlast en luchtverontreiniging worden toegepast indien daar aanleiding toe bestaat.	Ja
6.14	II	Aan de hand van de geïdentificeerde klimaatrisico's worden risicomitigerende maatregelen genomen om schade of belemmeringen aan spoorinfrastructuur te vermijden	De activiteit voldoet aan de vereisten uit Aanhangsel B en D. Daarnaast wordt een groot deel van het bouwafval gerecycled en wordt het gebruik van duurzaam materiaal gestimuleerd. De havenspoorlijn is niet primair bedoeld voor het vervoer van fossiele brandstoffen. Beperkende maatregelen voor geluidsoverlast en luchtverontreiniging worden toegepast indien daar aanleiding toe bestaat.	Ja
6.15	II	Aan de hand van de geïdentificeerde klimaatrisico's worden risicomitigerende maatregelen genomen om schade of belemmeringen aan weginfrastructuur te vermijden	We kunnen niet concluderen dat onderhoud aan het wegportfolio niet leidt tot een verhoogde CO₂-emissieuitstoot	Nee
6.16	II	Aan de hand van de geïdentificeerde klimaatrisico's worden risicomitigerende maatregelen genomen om schade of belemmeringen aan infrastructuur voor vervoer over water te vermijden	We kunnen niet concluderen dat onderhoud aan infrastructuur voor vervoer over water niet leidt tot een verhoogde CO₂-emissieuitstoot	Nee
7.2	I	De kosten zijn niet te herleiden tot ingrijpende renovaties	Niet getoetst	Nee
7.2	II	De klimaatrisico's zijn relatief beperkt en kunnen goed gemonitord worden. Derhalve zijn verdere adaptatieoplossingen niet nodig.	We kunnen momenteel het criterium omtrent waterverbruik niet controleren.	Nee

CapEx

In onderstaande tabel worden activiteiten die eerder geduid zijn als voor de taxonomie in aanmerking komend wat betreft de kapitaaluitgaven (CapEx), verder uiteengezet om de mate van afstemming met de taxonomie te bepalen. Daarna wordt deze informatie inzichtelijk gemaakt in een tabel zoals voorgeschreven door de taxonomie. De totale kapitaaluitgaven komt overeen met de som van de bruto-investeringen in immateriële activa, de
bruto-investeringen in de materiele activa en de correctie technische adviezen.

Code	Annex	Toetsing TSC	Toetsing DNSH	Afgestemd
4.8	I en II	Niet getoetst	Niet getoetst	Nee
4.9	I en II	Niet getoetst	Niet getoetst	Nee
4.14	I en II	Niet getoetst	Niet getoetst	Nee
5.11	I en II	Niet getoetst	Niet getoetst	Nee
6.9	I	Geen vergelijkende berekening beschikbaar voor de representatieve vaargebieden waarin de vaartuigen actief zullen zijn	Niet getoetst	Nee
6.9	II	De klimaatrisico's zijn relatief beperkt en kunnen goed gemonitord worden. Derhalve zijn verdere adaptatieoplossingen niet nodig.	De verduurzaming van de vloot wordt in een ander traject opgepakt, waardoor niet kan worden vastgesteld dat de vaartuigen al dan wel niet voldoen aan de emissiegrenswaarden.	Nee
6.10	I	De RPA's varen op B100, wat de CO₂-emissies tot 90% reduceert. Deze biobrandstof voldoet niet aan de eisen gesteld aan hernieuwbare brandstof. De RPA's worden niet uitsluitend gebruikt om de modal shift mogelijk te maken	Niet getoetst	Nee
6.10	II	De RPA's zijn bestand tegen de geïdentificeerde klimaatrisico's, waardoor verdere adaptatieoplossingen niet nodig zijn	De primaire functie van de RPA's is om de haven veilig te houden en na hun levensduur krijgen deze een tweede leven in ander gebruik. Het gebruik van de vaartuigen vormt geen belemmering voor het behoud van waterkwaliteit, levert geen overschrijding van emissienormen en geen overlast voor milieu op.	Ja
6.11	I	De Nieuwe Maze vaart op B100 wat de CO₂-emissies tot 90% reduceert. Het scheepstype is daarnaast niet opgenomen in de lijst met criteria voor Fase 3 EEDI-vereisten	Niet getoetst	Nee
6.11	II	De Nieuwe Maze is bestand tegen de geïdentificeerde klimaatrisico's, waardoor verdere adaptatieoplossingen niet nodig zijn	Het gebruik van de Nieuwe Maze vormt geen belemmering voor het behoud van waterkwaliteit, levert geen overschrijding van emissienormen op en heeft geen significante impact op geluid en trillingen. De Nieuwe Maze krijgt na haar levensduur een tweede leven.	Ja
6.14	I	De havenspoorlijn is volledig geëlektrificeerd en is niet primair bedoeld voor het vervoer van fossiele brandstoffen	De activiteit voldoet aan de vereisten uit Aanhangsel A, B en D. Daarnaast wordt een groot deel van het bouwafval gerecycled en wordt het beperken van afvalproductie gestimuleerd. Beperkende maatregelen voor geluidsoverlast en luchtverontreiniging worden toegepast indien daar aanleiding toe bestaat.	Ja
6.14	II	Aan de hand van de geïdentificeerde klimaatrisico's worden risicomitigerende maatregelen genomen om schade of belemmeringen aan spoorinfrastructuur te vermijden	De activiteit voldoet aan de vereisten uit Aanhangsel B en D. Daarnaast wordt een groot deel van het bouwafval gerecycled en wordt het gebruik van duurzaam materiaal gestimuleerd. De havenspoorlijn is niet primair bedoeld voor het vervoer van fossiele brandstoffen. Beperkende maatregelen voor geluidsoverlast en luchtverontreiniging worden toegepast indien daar aanleiding toe bestaat.	Ja
6.15	II	Aan de hand van de geïdentificeerde klimaatrisico's worden risicomitigerende maatregelen genomen om schade of belemmeringen aan weginfrastructuur te vermijden	Een deel van de projecten veroorzaakt aantoonbaar geen additionele CO₂-uitstoot. Dit zijn projecten die betrekking hebben op het vervangen van straatverlichting, het aanleggen van de Container Exchange Route en het aanleggen van laadvoorzieningen voor elektronische voertuigen. Deze projecten voldoen aan alle criteria en zijn derhalve afgestemd op de taxonomie.	Gedeeltelijk
6.16	II	Aan de hand van de geïdentificeerde klimaatrisico's worden risicomitigerende maatregelen genomen om schade of belemmeringen aan infrastructuur voor vervoer over water te vermijden	Een deel van de projecten veroorzaakt aantoonbaar geen additionele CO₂-uitstoot. Dit zijn projecten die betrekking hebben op het aanleggen en faciliteren van walstroomvoorzieningen, het vervangen van verlichting bij nautische objecten met een duurzamere optie en het voorzien van T-palen van elektrische systemen die worden gevoed door duurzame zonnepanelen in plaats van dieselaggregaten. Deze projecten voldoen aan alle criteria en zijn derhalve afgestemd op de taxonomie.	Gedeeltelijk
7.1	I	Het is niet bekend of niet getoetst op welk niveau de vraag naar primaire energie ligt	Niet getoetst	Nee
7.1	II	De klimaatrisico's zijn relatief beperkt en kunnen goed gemonitord worden. Derhalve zijn verdere adaptatieoplossingen niet nodig.	Het is niet bekend of niet getoetst of de vraag naar energie in deze gebouwen niet boven de drempel ligt voor bijna-energieneutrale gebouwen. De bedrijfsruimten op de RDM werf worden ontwikkeld met energielabel A en dat ligt boven de drempel.	Nee
7.2	I	De renovaties zijn niet te herleiden tot 'ingrijpende renovaties'	Niet getoetst	Nee
7.2	II	De klimaatrisico's zijn relatief beperkt en kunnen goed gemonitord worden. Derhalve zijn verdere adaptatieoplossingen niet nodig.	Onze vastgoedobjecten zijn niet bestemd voor de opslag van fossiele brandstoffen. De andere criteria zijn momenteel niet controleerbaar.	Nee
7.7	I	De aankoop van de vastgoedobjecten omvat het aankopen van een stuk grond met een (verouderd) pand erop. De sloop en nieuwbouw of renovatie zal middels een ander projectnummer door de CapEx gaan	Niet getoetst	Nee
7.7	II	De klimaatrisico's zijn relatief beperkt en kunnen goed gemonitord worden. Derhalve zijn verdere adaptatieoplossingen niet nodig.	Onze vastgoedobjecten zijn niet bestemd voor de opslag van fossiele brandstoffen. De andere criteria zijn niet gecontroleerd, omdat de gebouwen veelal bestemd zijn voor sloop en/of renovatie	Nee
8.2	I	De ICT-oplossing (HESP) is ontwikkeld om inzicht te krijgen in de emissie-uitstoot van bezoekende schepen. Het kan nog niet worden aangetoond dat dit leidt tot broeikasgasemissiereductie	Niet getoetst	Nee

Vooruitblik

Het Havenbedrijf Rotterdam spant zich dagelijks in om een toekomstbestendige en duurzame haven te ontwikkelen. Een deel van onze activiteiten komt niet in aanmerking voor de taxonomie. Om tot een volledige afstemming met de taxonomie te komen, is verandering op het gebied van onze economische activiteiten nodig. Dit achten wij gezien onze strategie en ons businessmodel niet realistisch: het beheren, exploiteren en onderhouden van de haven is een kerntaak, waarbij wij een faciliterende rol hebben. In deze rol oefenen wij invloed uit op klanten en leveranciers om te verduurzamen, maar deze activiteiten kunnen we niet classificeren. Het realiseren van grote duurzaamheidsprojecten, zoals Porthos, doen wij in samenwerking met andere partijen, waardoor deze investeringen niet binnen de scope van de taxonomie vallen. We investeren ook in onderzoek naar duurzaamheidsinitiatieven die nog in de kinderschoenen staan. Deze projecten zijn momenteel in een te vroeg stadium om geclassificeerd te kunnen worden, maar bij de uitvoering van deze projecten vallen deze naar verwachting wel onder de scope van de taxonomie. Wij hebben vertrouwen in onze aanpak om de haven te verduurzamen en hopen dit terug te zien in het aandeel activiteiten dat is afgestemd op de taxonomie in de komende jaren.