Financiële resultaten en overslag
Het Rotterdamse haven- en industriecomplex is strategisch en economisch van belang voor de regionale, nationale en Noordwest-Europese economie. Het complex herbergt het grootste haven- en maritieme cluster van Europa met alles wat nodig is voor scheepvaart, industrie en logistiek. We hebben voldoende investeringsruimte via een gezonde EBITDA. Vivienne de Leeuw, CFO van het Havenbedrijf Rotterdam: 'Het Havenbedrijf Rotterdam is een investeringsmachine. Onze gezonde financiële positie is van wezenlijk belang om de komende jaren te kunnen blijven investeren in de traditionele hardware, zoals kademuren en steigers en in infrastructuur voor de energietransitie. Daarnaast gaan we door met investeren in digitalisering en innovatie. Door een haven met infrastructuur van wereldklasse te blijven, zorgen we dat dit een aantrekkelijke locatie blijft voor bedrijven om zich te vestigen en om te investeren in de transitie.’
Stabiel resultaat
De financiële resultaten van het Havenbedrijf Rotterdam zijn stabiel. Onze opbrengsten, bestaande uit havengelden en huur- en erfpachtopbrengsten, groeiden met 1,9% naar 841,5 miljoen euro (2022: 825,7 miljoen euro).
De huur- en erfpachtopbrengsten stegen met name door nieuwe contracten, prijsherzieningen en uitbreiding van bestaande contracten. De zeehavengeldopbrengsten daalden met 1,4% door een lagere overslag. Voor het kalenderjaar 2023 kenden we aan alle klanten een eenmalige reductie van 6% toe op bepaalde vergoedingen, waaronder huur- en erfpachtcontracten. Deze korting ontvingen onze klanten vanwege de hoge inflatie die wordt doorgerekend via indexatie.
Onze operationele lasten namen toe met 3,8% (292,9 miljoen euro) in vergelijking met 2022. Deze stijging komt doordat de loonkosten toenamen door de reguliere cao-stijging en de exploitatielasten over de gehele breedte toenamen door indexatie van tarieven. Dit is met name zichtbaar in de ingekochte diensten, automatiseringskosten en energiekosten.
Ons resultaat voor belasting bedroeg 309,1 miljoen euro en nam daarmee af met 2,9% ten opzichte van 2022. Het resultaat na belastingen kwam uit op 233,5 miljoen euro.
Investeringen
De bruto-investeringen in 2023 bedroegen 295,4 miljoen euro, inclusief kapitaalstortingen in deelnemingen (28,6 miljoen euro). Dat is een toename van 38,4 miljoen euro ten opzichte van 2022 (257,0 miljoen euro) en bevestigt onze rol in het versterken van het complex door investeringen. De belangrijkste investering in 2023 was de aanleg van de kademuur in de Prinses Amaliahaven, 72,9 miljoen euro.
Onderstaande tabel geeft onze investeringen in de laatste vijf jaar weer:
Ratio’s
We sturen op een robuust financieel beleid, waarbij de huidige creditrating wordt gehandhaafd. Op deze manier behouden we de sterke kredietwaardigheid die we nodig hebben om te blijven investeren en daarmee onze competitieve positie te waarborgen, de energietransitie te versnellen en om bij een onverwachte tegenwind onze bedrijfsactiviteiten te blijven uitvoeren. Wij vullen onze financiering in met een mix van leningen en kapitaalmarktproducten. De belangrijkste financiële ratio’s die wij volgen zijn:
Ratio's | 2023 | 2022 | 2021 |
---|---|---|---|
Solvabiliteit (in % incl. achtergestelde leningen) | 73 | 73 | 69 |
Net debt / EBITDA | 1,3 | 1,4 | 1,8 |
Interest coverage rate (ICR) | 6,1 | 7,0 | 6,3 |
Ontwikkelingen overslag Rotterdamse haven
De omvang van de totale goederenoverslag in de Rotterdamse haven bedroeg dit jaar 438,8 miljoen ton. Dit is 6,1% lager dan in 2022 (467,4 miljoen ton). De daling betrof vooral de overslag van kolen, containers en overig droog massagoed. De overslag nam toe in de segmenten agribulk, ijzererts & schroot en LNG.
(Brutogewicht x 1.000 metrische tonnen) | 2023 | 2022 | Verschil (aantal) | Verschil (%) |
---|---|---|---|---|
Droog massagoed | 70.642 | 80.064 | -9.422 | -11,8% |
Nat massagoed | 205.627 | 212.771 | -7.144 | -3,4% |
Totaal massagoed | 276.269 | 292.835 | -16.566 | -5,7% |
Containers | 130.162 | 139.657 | -9.495 | -6,8% |
Breakbulk | 32.371 | 34.889 | -2.518 | -7,2% |
Totaal stukgoed | 162.533 | 174.546 | -12.013 | -6,9% |
Totaal overslag | 438.802 | 467.381 | -28.579 | -6,1% |
Totaal in aantallen containers | 7.816.755 | 8.315.417 | -498.662 | -6,0% |
Totaal in aantallen TEU | 13.446.709 | 14.456.313 | -1.009.604 | -7,0% |
Ons marktaandeel in de Hamburg – Le Havre range in 2023 (tot en met het derde kwartaal) is 37,8%. Ten opzichte van 2022 (37,3% - tot en met het derde kwartaal) nam ons marktaandeel toe. Bekijk hier de marktaandelen per segment.
Droog massagoed
De overslag van droog massagoed daalde in 2023 ten opzichte van 2022 met 11,8%. De overslag van kolen nam af met 20,3% naar 23,1 miljoen ton, met name door de lage vraag naar energiekolen voor stroomproductie. In Nederland en Duitsland werden duurzame bronnen, zoals wind en zon meer gebruikt voor de productie van stroom. De overslag van ijzererts & schroot nam toe met 9,9% naar 28,1 miljoen ton. De export van schroot steeg; na de aardbeving in februari in Turkije is daar de staalproductie snel opgestart. Overig droog massagoed laat een kleine daling zien. Dit komt met name door het afnemen van de energie-intensieve productie van bijvoorbeeld staal en aluminium door de hoge energieprijzen.
Nat massagoed
De overslag van nat massagoed in 2023 kwam uit op 205,6 miljoen ton, een afname van 3,4% ten opzichte van vorig jaar. Er werd 102,5 miljoen ton aan ruwe olie overgeslagen (2022: 103,9 miljoen ton). De aanvoer van Russische olie is vervangen door de overslag van ruwe olie uit de Verenigde Staten, Noorwegen, West-Afrika en het Midden-Oosten.
De overslag van LNG kwam uit op 11,9 miljoen ton, een toename van 3,7% in vergelijking met 2022. De invoer van LNG kwam grotendeels uit de Verenigde Staten. De LNG-hub Gate terminal kondigde uitbreidingen aan. In de Rotterdamse haven komen een nieuwe LNG-opslagtank van 180.000 kubieke meter en extra hervergassingscapaciteit van 4 miljard kubieke meter per jaar.
Containers en breakbulk
De containeroverslag nam in 2023 af met 6,8% tot 130,2 miljoen ton (2022: 139,7 miljoen ton). De afname van de containeroverslag heeft meerdere oorzaken:
-
Het wegvallen van volumes van en naar Rusland;
-
Daling van import uit Azië vanwege daling van de consumentenvraag.
De overslag van RoRo nam af met 5,0% tot 25,9 miljoen ton. De afnemende vraag door de hoge inflatie, de opgebouwde voorraden en de zwakke Britse economie zijn redenen hiervoor. Ook het segment overig stukgoed laat een daling zien ten opzichte van het vorige jaar (-15,1%). De reden is dat stukgoed ook weer in containers wordt vervoerd vanwege de lage containertarieven.
Het belang van containeroverslag
De containeroverslag is belangrijk voor de economie in Noordwest-Europa en met name voor het Nederlandse en Duitse bedrijfsleven. Dit geldt voor de import van grondstoffen, halffabricaten, machines en essentiële goederen, zoals medicijnen en voedsel. En ook voor de export van de hier geteelde en geproduceerde goederen en voedselproducten. De Rotterdamse haven heeft een maximale waterdiepte van 24 meter en is daarmee toegankelijk voor de meest diepstekende schepen. Door de onbeperkte nautische toegang, de duurzame en efficiënte terminals kunnen we als Rotterdamse haven de grootste schepen faciliteren en zo inspelen op schaalvergroting.
Matthijs van Doorn, commercieel directeur: ‘We werken voortdurend aan het creëren van waarde voor de hele (container)keten. Als neutrale partij wil het Havenbedrijf Rotterdam de gehele supplychain verbeteren voor alle spelers: rederijen, terminals, intermodale operators, expediteurs en verladers. We bekijken welke stappen we kunnen zetten om de keten verder te stroomlijnen en waar mogelijk verdere tijdsbesparing te realiseren. Daarbij kijken we ook nadrukkelijk naar het verder verduurzamen van de keten. We brengen partijen bij elkaar, delen onze expertise en stimuleren belangrijke innovaties.’
In 2023 bedroeg de overslag 13,4 miljoen TEU (standaardmaat voor containers). Van de containers die in de Rotterdamse haven aankomen en die via spoor, weg en binnenvaart naar het achterland worden gebracht, kende het grootste deel (ongeveer 70%) een eerste bestemming in Nederland. Een deel van de lading wordt tussentijds opgeslagen om vervolgens hun weg te vervolgen naar de eindbestemming. Hier vinden dan nog activiteiten plaats die waarde toevoegen, zoals assemblage, ompakken, labelen en verdere distributiediensten.
Uitbreiding containerterminals in Rotterdamse haven
APM Terminals, onderdeel van A.P. Møller-Mærsk Group, gaat zijn terminal op de Maasvlakte uitbreiden. Het project beslaat een terrein van zo’n 47,5 hectare, inclusief een diepzeekade met een totale lengte van één kilometer. Met de uitbreiding van containerterminal komt er ongeveer twee miljoen TEU aan terminalcapaciteit bij. De oplevering van de kademuur staat inclusief de voorbereiding op walstroom gepland voor de tweede helft van 2024.
Ook Containerterminal Rotterdam World Gateway (RWG) besloot om de terminal in de Prinses Amaliahaven op de Maasvlakte uit te breiden. Het gaat om ongeveer 45 hectare terminalterrein en 920 meter kademuur. De capaciteit van RWG groeit hiermee gefaseerd met 1,8 miljoen TEU. De nieuwe onderdelen zijn straks volautomatisch. De terminal wordt ook voorbereid op walstroom en aangesloten op de Container Exchange Route.
De containerschepen worden steeds groter. Er varen 58 schepen die een capaciteit van meer dan 18.000 TEU hebben. Het gemiddeld aantal containers dat per deepsea schip wordt overgeslagen, neemt hierdoor toe, net als de efficiënte afhandeling. Per container gaat er minder tijd verloren aan aanmeren van schepen. Ook de automatisering, digitalisering, het hoger stapelen van containers en vergroting van de kraancapaciteit dragen bij aan de efficiëntie.
Dilemma: Zitten de groei van de containeroverslag en verduurzaming van de haven elkaar in de weg?
De haven van Rotterdam is volop in (energie)transitie terwijl de vraag naar containeroverslag groeit. Rijmt het een met het ander? Het betreft een complexe puzzel waarbij zowel economische en maatschappelijke belangen als duurzaamheidsdoelstellingen in acht moeten worden genomen, terwijl ook rekening wordt gehouden met de maatschappelijke weerstand en de impact op de leefomgeving. Het merendeel van de containers bevat essentiële goederen zoals voedsel en medicijnen en halffabricaten die Europese bedrijven nodig hebben voor hun productie. Zonder deze grondstoffen, machines en onderdelen valt de Nederlandse en Europese productie stil. Ook voor de export van onze producten zijn containers van vitaal belang. Zo zijn Nederlandse tuinders en boeren voor een groot deel afhankelijk van de export van hun producten. Het Havenbedrijf Rotterdam voerde met Oxford Economics een studie uit om de verwachte vraag naar goederenvervoer tot aan 2050 in kaart te brengen in vier scenario’s. Voor het containersegment laten alle scenario’s een verwachte groei zien tot aan 2035. De drijvers zijn bevolkingsgroei, groei in BNP, export naar opkomende landen en groei van transhipment. Hieruit blijkt dat in 2035 naar verwachting ongeveer 16 miljoen TEU extra containercapaciteit nodig is in de Hamburg-Le Havre range, waarvan Rotterdam een belangrijk deel voor zijn rekening kan nemen.
Wat vinden de stakeholders?
De stakeholders van het Havenbedrijf Rotterdam vertegenwoordigen diverse perspectieven en belangen. Voor logistieke bedrijven is de overslag van containers hun core business. Meer containers betekent een groeiende omzet. Industriële bedrijven binnen de haven hebben doorgaans baat bij groei en uitbreiding om hun economische positie te behouden of te versterken. Voor hen is het faciliteren van de groei in containeroverslag van groot belang om competitief te blijven op internationaal niveau. Milieuorganisaties en andere belangengroepen spreken zich steeds meer uit tegen verdere groei van containeroverslag in de haven. Zij benadrukken de negatieve impact op het milieu, de gezondheid en het welzijn van de lokale gemeenschappen en pleiten voor een meer duurzame benadering van de havenontwikkeling. De overheid staat als stakeholder voor de taak om beleid te ontwikkelen dat zowel de economie ondersteunt als rekening houdt met milieubelangen en maatschappelijke zorgen.
Standpunt van het Havenbedrijf Rotterdam
Het Havenbedrijf Rotterdam streeft naar een evenwichtige aanpak. Als grootste logistieke hub van Europa nemen we het voortouw in de transitie naar CO2-neutrale logistiek. We ontwikkelen initiatieven door de hele keten om op korte termijn de efficiëntie te verhogen en brandstofverbruik te verminderen. Dit leidt tot lagere emissies. Voor een doelmatig vervoer van containers naar het achterland werken we samen met partners al geruime tijd aan tal van projecten waarbij duurzaamheid en het oplossen van knelpunten in water, spoor en weg centraal staan. Belangrijke voorbeelden zijn verder de green corridor tussen Singapore en Rotterdam, de aanleg van walstroom, het zorgen voor de meest efficiënte aanloop en afhandeling voor ieder schip (Port Call Optimization), het aanbieden van biobrandstoffen en de initiatieven voor zero-emissie transport naar het achterland. Ook biedt Rotterdam als enige haven in West-Europa toegang aan de grootste, nieuwste en daarmee meest duurzame (container)schepen. Deze schepen verbruiken minder brandstof en kennen in combinatie met de schaalvoordelen de laagste emissie per container. Waar wij op inzetten is het faciliteren van de meest duurzame wijze van containerafwikkeling. We brengen onze incentives ook steeds meer in lijn met het nastreven van duurzaamheid. Omdat wij de groenste en meest efficiënte keten willen en kunnen aanbieden, zetten wij onze middelen in om in Rotterdam het duurzaamste alternatief voor containeroverslag te kunnen zijn. We blijven werken aan innovatieve oplossingen, waarbij duurzaamheid en economische groei hand in hand gaan en waarbij we stakeholders betrekken om een breed gedragen strategie uit te voeren.